
Langer vooruitkijken loont: Raad voor Cultuur pleit voor achtjarige subsidieperiode
12 mei 2025 door Quirien SchonenbergIn aanloop naar de nieuwe cultuursubsidieperiode vanaf 2029 pleit de Raad voor Cultuur voor een fundamentele aanpassing: maak van de huidige vierjarige subsidiecyclus een periode van acht jaar. Volgens de raad levert deze verlenging een reeks voordelen op. Instellingen krijgen meer ademruimte om artistiek te vernieuwen en maatschappelijke verantwoordelijkheden op zich te nemen, zoals talentontwikkeling en cultuureducatie. Daarnaast verlaagt het de administratieve druk aanzienlijk – voor zowel de instellingen als de subsidieverstrekkers – en maakt het de sector aantrekkelijker voor langdurige samenwerking met cofinanciers.
Niet onbelangrijk: een achtjarige cyclus maakt het ook makkelijker om gezamenlijke langetermijnvisies te ontwikkelen, zeker als gemeenten en provincies zich op termijn zouden aansluiten bij dezelfde subsidieperiode. Dat voorkomt de wirwar aan verschillende termijnen die nu nog vaak voor knelpunten zorgt.
Naast deze structurele wijziging bepleit de raad een betere afstemming van het cultuurbeleid tussen Rijk, provincies en gemeenten. Die samenwerking is essentieel om versnippering tegen te gaan en om cultuurbeleid beter te laten aansluiten bij regionale behoeften en dynamiek. Het advies: leg deze gedeelde verantwoordelijkheid vast in de Wet op het specifiek cultuurbeleid, samen met vier eerder geformuleerde doelstellingen uit het advies Toegang tot Cultuur: toegang voor publiek, ondersteuning van makers, pluriformiteit in het aanbod en de rol van cultuur in de samenleving.
De aanbevelingen komen niet uit de lucht vallen. Ze zijn tot stand gekomen in overleg met onder andere IPO, VNG, Kunsten ’92 en de Podiumkunstencoalitie, en sluiten aan bij eerdere Kamermoties en het eerder gepubliceerde advies Toegang tot Cultuur. Hoewel de raad benadrukt dat structurele investeringen op termijn noodzakelijk blijven, laat dit advies zien dat er ook binnen bestaande budgetten al veel verbeterd kan worden – mits er durf is om keuzes te maken die de sector op lange termijn sterker maken.
De brief van minister Bruins waarin hij zijn uitgangspunten voor het cultuurbeleid vanaf 2029 zal uiteenzetten, wordt dit voorjaar verwacht. De sector kijkt reikhalzend uit naar de koers die dan wordt gekozen.